Allerlei


Strokartonfabriek “Reiderland” te Winschoten

reiderland_1948
Strokartonfabriek “Reiderland” in 1948
reiderland_1948_02
Strokartonfabriek “Reiderland” in 1948
reiderland-1913-1938
reiderland 1913-1938
beertsterweg_17
Beertsterweg 17 : strokartonfabriek Reiderland
foto: Douma, M.A. Datum 1973
Annotatie: Niet meer in bedrijf

Reiderland

Coöperatief. In 1967 gefuseerd met “De Toekomst” in Scheemda. Deze fusie had niet het gewenste resultaat en in 1968 werden beide bedrijven gesloten, waardoor in totaal 273 mensen werkloos raakten.

Reiderland stopt de productie iets eerder, 20 maart 1968. De strokartonfabriek in Winschoten is een laatbloeier in een bedrijfstak die Oost-Groningen lang domineert.
Als één van de laatste fabrieken komt Reiderland van de grond, in 1914.
Zes jaar na ingebruikname breekt al een staking uit. Het bestuur probeert de fabriek in de benen te houden met inzet van boerenzoons, werkloze vissers uit Harderwijk en buitenlandse arbeiders, maar door ’terrorisme’ van de stakers, zoals het jaarverslag meldt, faalt die poging. Stakers en directie staan met harde koppen tegenover elkaar.
Zelfs de politie moet de fabriek bewaken als administratief directeur Leuning niet langer in zijn kosthuis kan slapen maar in de fabriek zijn bivak opslaat.
Stakers hebben de kostbaas met de dood bedreigd.
Na drie maanden gaan de stakers akkoord met een magere loonsverhoging.

Elf jaar later, in 1931, is het weer raak. De werkgevers in de karton verlangen vanwege de crisis een loonsverlaging van 20 procent, iets waar de arbeiders niet over peinzen.
Na een staking van tien maanden is er een akkoord: vijf procent korting op het loon.

Hoop
Als ruim vijftig jaar later het doek valt voor Reiderland wil actieleider Fré Meis alle registers opentrekken om een staking te bewerkstelligen, maar hij vangt bot.
Winschoten loopt niet erg warm. Op zaterdagmiddag 16 maart is er een demonstratie tegen sluiting, maar slechts een handjevol marcheert mee in de mars.
Solidaire studenten en kunstenaars sluiten zich bij het protest weliswaar aan maar,
zo herinnert een demonstrant van toen zich, ’de meeste arbeiders waren met hun vrouwen aan het winkelen.’

Nog even is er hoop als het Amerikaans bedrijf Dexter zich meldt en in de fabriek in Winschoten hennep tot filterpapier wil verwerken.
Een subsidie van drie miljoen van de overheid vinden de Amerikanen te gering.
Hun ’nee’ drukt de hoop voor 228 mensen de grond in. Exit Reiderland.

Sluiting Reiderland, leegte in Winschoten
Strokartonfabriek Reiderland zorgde voor werkgelegenheid in Winschoten.
Toen de fabriek haar deuren moest sluiten, ontstond er dan ook een zekere leegte in Winschoten. Mensen verloren hun baan en het fabrieksgebouw kwam leeg te staan.
Toch werd geprobeerd om de fabriek te verkopen of te verhuren.
Er kwam zelfs een promotiefolder in het Engels uit, waarin Reiderland werd gepresenteerd als ‘a unique possibility’. Helaas mocht dit allemaal niet baten.
Uiteindelijk is de fabriek gedeeltelijk gesloopt en afgebrand.
Op de plek waar ooit de fabriek stond, is nu de Centraal Archief Selectiedienst gevestigd, in een nieuw gebouw. Slechts één gedeelte van de fabriek overleefde de sloop en de brand. Het herinnert ons aan het bestaan van strokartonfabriek Reiderland en de tijd van de strokarton.

De sluitingsvergaderingen van Reiderland vonden plaats in
Hotel de Nederlanden in Winschoten.
De vergadering in 1968 over de liquidatie van Reiderland vond plaats in de benedenzaal van het hotel. John Ruibing, de laatste telg van de familie die het hotel heeft gerund,
kan het zich nog goed herinneren:
“Het was een heksenketel! Er waren zo’n 125 genodigden, waaronder voornamelijk aandeelhouders. In de benedenzaal werd er vergaderd, in de bovenzaal was er een buffet. Na afloop kregen alle genodigden een fles wijn mee naar huis, de trappen stonden er vol mee.”

De voorzitter van de raad van toezicht, W.A. van Hoorn, hield een afscheidstoespraak, waarin de rol die Hotel De Nederlanden speelde voor Winschoten en omgeving nog eens werd benadrukt:
“De coöperatie heeft een belangrijk deel van ons denken en werken uitgemaakt. Ook moet het een zwaar verlies zijn voor allen die er werken. Een gedeelte van de glans van deze provinciestad gaat erdoor verloren en er ontstaat een leegte op allerlei gebied, al denk ik alleen maar aan Hotel De Nederlanden, waar wij regelmatig vergaderden.”


Wijnhandel Nieboer uit Nieuwe Pekela

Wijnfabriek Nieboer
Wijnfabriek Nieboer aan de Prunuslaan
te Nieuwe Pekela
Wijnhandel Nieboer
Wijnhandel Nieboer
(foto Archief Kapiteinshuis Pekela)

Voor Pekelders was en is ook nu nog wijnhandel Nieboer, op de hoek van de Prunuslaan een begrip. De wijnfabriek bestond bijna een eeuw lang, van 1887 tot 1982. Naast de productie van wijn en likeur, maar bv. ook van jenever, werden wijnen aangevoerd uit andere landen en in Nieuwe Pekela gebotteld.

27 mei 1981 — De Wijnhandel en likeurstokerij in Nieuwe Pekela. Failliet in 1981. Nieboer is op de fles gegaan door de slechte economische situatie. Het bedrijf werd drie jaar geleden overgenomen door het Amerikaanse concern Mega-WineSpirit.

schoorsteen van wijnhandel Nieboer
De schoorsteen van wijnhandel Nieboer staat eenzaam op het fabrieksterrein

3 februari 1983 – Van de ooit zo bekende wijnfabriek Nieboer in Nieuwe Pekela zal binnenkort slechts nog een stuk braakliggend terrein resten. Het fabriekspand zal door de gemeente binnenkort met de grond worden gelijk gemaakt. Het plan bestaat de nieuwbouw van het bejaardenhuis De Clockstede op het terrein te laten verrijzen.

clockstede
clockstede

Bejaardentehuis Clockstede, gebouwd in 1985 en 10 bejaardenwoningen aan de Prunuslaan. Het bejaarden tehuis is officieel geopend op 22 mei 1986 door de heer M.C. de Koning, hoofdingenieur-directeur van de Volkshuisvesting in de prov. Groningen.

Vervaardiger Siepel, Douwe. Nieuwe Pekela – Datum 1988
Annotatie: Voormalig terrein van de wijnhandel Nieboer.


Vroeger in Nieuwe Pekela

Wonen, werken, winkelen, sporten en naar school gaan in de vroegere jaren
in Nieuwe Pekela.


De strenge winter van 1979 in Nederland

In Nederland was de winter van 1978-1979 van een opmerkelijk strenge aard.

De winter kenmerkte zich door een flink aantal koude perioden, waarvan een met zeer strenge vorst (31 december 1978 – 6 januari 1979). De eerste koudeperiode viel reeds eind november/begin december; de laatste pas in maart 1979.

Ongewoon waren verder vooral twee naar Nederlandse maatstaven zeer spectaculaire sneeuwstormen. Bijzonder was ook de vele keren dat het in deze winter heeft geijzeld.

De winter als geheel had een gemiddelde temperatuur van -0,8 °C, waarmee het in Nederland de op vijf na koudste winter van de 20e eeuw was.

De winter had een koudegetal van 205,7.

Nadat het op maandag 1 januari 1979 rustig weer was geweest werd het op
dinsdag 2 januari, weer erg onstuimig. Er woedde in de loop van de dag weer een zware sneeuwstorm die in vrijwel het gehele land het verkeer maar ook het openbare leven
lam legde. De daaropvolgende nachten werden gekenmerkt door zeer lage temperaturen door het aanwezige sneeuwdek.


Oost Groningen … het Noorden ontdekt …

Deze film laat u op treffende wijze kennis maken met het mooie Oost-Groningen.

De route voert ons langs tal van prachtige bezienswaardigheden, indrukwekkende monumenten en schitterend natuurschoon.

De makers hebben getracht alles zo natuurgetrouw mogelijk in beeld te brengen met daarbij oog voor details.

Een bijzondere film, over een bijzonder gebied …

oost-groningen
Oost Groningen … het Noorden ontdekt …

Essers Filmproducties © 2005


stadsmuurpoort utrecht
de Wittevrouwenpoort

De enige afbeelding van een stadsmuurpoort van Utrecht, de Wittevrouwenpoort,

vernoemd naar het Wittevrouwenklooster, stond vroeger bij de brug die Wittevrouwenbrug heet. Deze poort is helaas in 1858 gesloopt.

De Wittevrouwenpoort, gebouwd omstreeks 1230, was vanaf de middeleeuwen een van de vier toegangen via stadspoorten tot de stad Utrecht. De poort bevond zich aan de noordoostzijde van de huidige binnenstad bij de Wittevrouwensingel waar heden de Wittevrouwenbrug ligt. De poort is vernoemd naar het Wittevrouwenklooster dat in de middeleeuwen nabij lag en dat onder meer ook zijn naam aan de huidige Utrechtse buurt Wittevrouwen gegeven heeft. In tegenstelling tot de huidige buurt bevond het klooster zich binnen de oude stadsmuur.

In 1649 werd, waarschijnlijk om fiscale en politionele redenen, besloten de stadspoort te vernieuwen; Hendrik Aertsz. Struys maakte het ontwerp voor het gebouw dat een bekroning kreeg van Pieter Post.

Rond 1858 is de Wittevrouwenpoort gesloopt. Op de plek verrees een nieuw gebouw. In het nieuwe pand, gebouwd door aannemer J. van der Lip, werd de klok („Odulphus”) van de voormalige Wittevrouwenpoort, in 1554 gegoten door Jan Tolhuys, op het dak in het vierkantige torentje gehangen. Het nieuwe gebouw deed dienst als Commiezenhuis en was later lange tijd een politiepost.

Uit de tijd van de sloop is nog een gedichtje bekend:

Die schoone poort werd omgesmeten
Door wuften tijdgeest, niet door tijd;
Mijn vrienden, gij zult niet vergeten
Hoe haar gezicht ons heeft verblijd,
Zoo vaak wij weer naar Utrecht togen
Als academieburgers zaam,
Dan kwam ze als zegeboog voor oogen
Met haar jonkvrouwelijke naam.


Lieskemeer

Lieskemeer was een gehucht onder Bellingwolde in de huidige gemeente Westerwolde in de Nederlandse provincie Groningen. Het lag ten zuidoosten van Bellingwolde, tegen de Duitse grens ten noorden van de Rhederweg. Het was vernoemd naar het Lijskemeer of Lyskemeer, een veenmeertje dat aan beide zijden van de grens lag (ten noorden van grenspaal 185) en oorspronkelijk een oppervlakte van ongeveer vier hectare had. Het meertje wordt onder andere afgebeeld op Cornelis Pijnackers kaart van Drenthe uit 1634.

Cornelis Pijnackers kaart
Cornelis Pijnackers kaart van Drenthe uit 1634.

De huizen stonden in het hoogveengebied ten westen van het meer aan doodlopende wegen die haaks op het B.L. Tijdenskanaal liepen. Een van deze wegen was reeds aanwezig in de 19e eeuw, de tweede werd waarschijnlijk eind 19e eeuw aangelegd, gevolgd door nog een aantal in de 20e eeuw. Twee van deze wegen heetten de 1e en 3e grenslaan.

Armzalige woning in Lieskemeer
Armzalige woning in Lieskemeer

De hoogte van de woning bedroeg 3 meter, waarbij er op 2 meter hoogte twee bedsteden waren afgetimmerd. Foto is gemaakt in ca. 1913/16

De woningen bestonden uit hutten en schamele woningen van veenarbeiders.
In de loop van de 20e eeuw werd het veen afgegraven en ruilverkaveld, waardoor de afwatering verbeterde en het meer langzamerhand droogviel. In de jaren 1930 was het reeds deels drooggevallen en in de jaren 1950 was het geheel verdwenen. Na 1950 verdwenen langzamerhand alle huizen. In de jaren 1980 waren alle huizen verdwenen en resteerden alleen de 1e en 3e grenslaan. De laatste werd vervolgens ook weggehaald en op de plek van het meer werden een tweetal bospercelen geplant tegen de Duitse grens.
De 1e grenslaan bestaat tegenwoordig enkel nog uit een graspad.

Lijskemeer (Lyskemeer/Lieskemeer) – een meerstal (hoogveenmeer) bij Bellingwolde.
Dit meer (ca. 30 ha. groot) lag ten zuidoosten van Bellingwolde, tegen de Duitse grens en ten noorden van de Rhederweg. Het meer heeft zich in de loop der tijden naar het oosten verplaatst; op Nederlands gebied groeide het dicht, maar op Duits gebied werd het groter. In 1860 was het op Nederlands grondgebied gereduceerd tot een de oppervlakte van 4,5 ha en omstreeks 1900 tot 2,8 ha. In het gebied van het Lijskemeer ontstond een gehucht van veenarbeiders: “het Lijskemeer”. De behuizingen stonden in het hoogveengebied ten westen van het meer aan doodlopende wegen (Grenslanen) die haaks op het B.L. Tijdenskanaal liepen. De onderkomens waren trouwens slechts plaggenhutten of bestonden uit een mengeling van steen, hout en zoden. In de loop van de 20e eeuw werd het veen afgegraven en ruilverkaveld, waardoor de afwatering verbeterde en het meer langzaam droogviel; in 1950 was het geheel verdwenen. Nadien verdwenen langzamerhand ook alle krotten. Tegenwoordig is er een grenslaan, die tot de kruising met de Lijskemeerweg verhard is en vervolgens doorloopt als een zandpad naar beboste percelen (voormalig Lijskemeer) aan de Duitse grens. Ook op Duits grondgebied is het Lieskemeer geheel verdwenen; wel loopt er nog een restant van de Moersloot.
De aftakking “Brualer Schloot” werd in de 30-er jaren gegraven door gevangenen van het werkkamp Rhede-Brual. Het diende de grens aan te geven tussen de Duitse dorpen
Diele en Brual. Overigens was, in het begin van de vorige eeuw, niet alleen in de arme veengebieden de situatie zo slecht. Arbeiders, die op zoek naar werk naar de stad Groningen vertrokken, leefden in veel gevallen met hun gezinnen onder tentdoeken in de nauwe straten achter de voormalige vestingmuur.


Historische beeldmateriaal Onstwedde

Onstwedde Paraat: een zwart/wit film opgenomen in 1955, in opdracht van de Handelsvereniging, met veel verdwenen winkelpanden en hun bewoners, het verenigingsleven, de scholen enz.


Afeer – winschoter hogebrug

In de nabije omgeving van de brug ontstond eind 18e eeuw een buurtschapje met een herberg, rond 1900 met een speeltuin en een paviljoen voor feesten. Het buurtje werd bij de bevrijding in 1945 nagenoeg geheel verwoest en daarna slechts ten dele herbouwd.
Bij de brug werd in 1928 de moderne steenfabriek ‘Oost-Groningen’ gebouwd. De fabriek sloot in 1981 zijn deuren. De gebouwen zijn nu in gebruik bij het werkvoorzieningschap toen “Synergon” nu “Afeer” als champignonkwekerij.

Winschoten : steenfabriek de Winschoterhogebrug aan de Pekel A , 1974

Dit sociaal ontwikkelbedrijf (de nieuwe benaming voor wat voorheen een sociaal werkvoorzieningschap heette) heeft het beeldbepalende gebouw al jaren in gebruik. Net als de voormalige champignonkwekerij die ernaast staat. De Fabriekspijp blijft staan.

Sloop voormalige steenfabriek ‘Oost-Groningen’ vordert gestaag:
https://www.westerwoldeactueel.nl/2022/09/02/sloop-voormalige-steenfabriek-vordert-gestaag/?fbclid=IwAR00mk_dQ5t5_4ZZq9QWnm-DxkBzPG9WpsU3ImN3YOwABuBQdXOk9SU5YP8

Steenfabriek in Winschoter Hoogebrug is al gesloopt, nu verdwijnt ook de champignonkwekerij :
https://dvhn.nl/groningen/Na-steenfabriek-verdwijnt-ook-kwekerij-28143127.html


E.A.Z.-molen

Houten Windmolen
E.A.Z.-molen – foto genomen op 05 september 2022

Boeren kiezen voor houten windmolen op de kruising Emergoweg en Hoofdweg, Westerlee.

Wat meteen opvalt aan de molens is hun lengte en groene kleur. Anders dan bij traditionele, industriële windmolens toren ze niet boven het Grunneger Laand uit. Met een masthoogte van 15 meter hebben de molens ongeveer dezelfde hoogte als een grote boom. In vergelijking met de gangbare turbines is dit tien keer zo klein.

Elke onderdeel van de molens wordt lokaal geproduceerd. Zo zijn de wieken, met een diameter van 12 meter, gemaakt van Drents larikshout. Dit zorgt niet alleen voor een elegant uiterlijk maar is ook een stuk goedkoper om te produceren dan staal of kunststof. Nóg een bijkomend voordeel is dat aan het einde van de levenscyclus de houten wieken een een stuk makkelijker te recyclen zijn dan traditionele composieten wieken.

De molen levert genoeg stroom om 10 huishoudens van energie te voorzien.
Of 1 melkveehouderij van 80 koeien.

Website: https://www.eazwind.nl/

Link: https://www.voordewereldvanmorgen.nl/artikelen/boeren-kiezen-voor-houten-windmolen


Graaf Adolf Kapel
Graaf Adolf Kapel – foto genomen op 05 september 2022

Graaf Adolf Kapel, Provincialeweg 72 Heiligerlee

Gebouwd als Hervormd Evangelisatielokaal. In 1901 is het torentje gebouwd.
Het orgel is gebouwd door Winold van der Putten & Berend Veger in 1995.
Het instrument is voor wat betreft het uiterlijk aangepast aan het gebouw uit 1873.

In 1876 werd het kerkje Graaf Adolf Stichting gebouwd als hervormde evangelisatie met resterende bijeengebrachte gelden van het monument ter nagedachtenis aan de slag bij Heiligerlee, dat pas later zijn huidige witte uiterlijk kreeg. In 1901 schonk Van Bergen een torentje en luidklok aan de kerk. In 1960 werd een orgeltje (uit ongeveer 1905) geplaatst, dat in 1995 is vervangen door een nieuw orgel. Het gebouw behoort nu aan de hervormde PKN-gemeente Westerlee-Heiligerlee.

Website: https://www.hgwh.nl/historie/


Beleefroutes “Slag bij Heiligerlee”

De Slag bij Heiligerlee is ook buiten te beleven. Er zijn twee leuke, avontuurlijke en met bijzondere routepalen gemarkeerde wandelroutes aangelegd. Ze lopen door de mooie natuurgebieden waar de strijd in 1568 plaatsvond. Tijdens de route ontdekken wandelaars het landschap, vinden ze sporen van het verleden en stuiten ze op bijzondere ‘beleefplekken’.

wegwijsborden
wegwijsborden
ingang hoofdweg
ingang hoofdweg
landgoed westerlee
landgoed westerlee

De Garst (Westerlee) 5Km, startlocatie: Hoofdweg 69 tegenover Landgoed Westerlee of aan de zijpoort aan de bosrand, tegenover 1ste Garstelaan 7 te Westerlee.

Landgoed Westerlee: https://www.landgoedwesterlee.nl/hotel/tips-voor-de-omgeving

markeerpunt
markeerpunt
ingang heiligerlee
ingang heiligerlee
infobord
infobord

De Hoogte (Heiligerlee) 4Km, Startpunt: P-plaats kruispunt Provincialeweg en Halteweg, Heiligerlee

De wandelingen zijn rondwandelingen, je komt dus weer terug bij het beginpunt.

Voor de beste beleving van deze beleefroute moet je de gratis app “Beleefroute” downloaden. De route wordt aangegeven via de app, maar kan ook gevolgd worden door de paaltjes met de klompjes te volgen. Echter krijg je dan niet op 19 punten een interessante uitleg over de historie en leuke “doe activiteiten” voor de kinderen. Met de app beleef je de route dus nog meer. De uitleg en de filmpjes zorgden er voor dat iedereen het leuk vond om naar het volgende punt door te lopen. Er zijn diverse bruggetjes waar je overheen kan lopen en boomstammen om op te klimmen. Bij de picknicktafel kan je picknicken.

https://www.facebook.com/watch/?v=287910289667535


Slag bij Heiligerlee

Museum - foto genomen op 05 september 2022
Museum – foto genomen op 05 september 2022

Museum Slag bij Heiligerlee is een in een voormalige boerderij gevestigd museum in het dorp Heiligerlee in de Groningse gemeente Oldambt. Het behandelt de zestiende-eeuwse veldslag bij Heiligerlee tussen Nederlandse opstandelingen en een leger van de Spaanse landsheer. Met het in de nabijheid gevestigde Klokkengieterijmuseum is het museum ondergebracht in de stichting Musea Heiligerlee.

Op 23 mei 1568 wist een klein leger onder leiding van Lodewijk en Adolf, graven van Nassau en jongere broers van Willem van Oranje, de Spanjaarden een nederlaag toe te brengen. De slag bij Heiligerlee was de eerste overwinning van de opstandelingen in wat bekend zou worden als de Tachtigjarige Oorlog. In het museum staat deze slag, waarbij graaf Adolf om het leven kwam, centraal.

Een wandvullende presentatie met afbeeldingen en tekst behandelt de wereld van toen, de aanleiding voor de opstand en de betekenis van de veldslag voor Nederland. Op een niet lang na de veldslag gemaakte grote afbeelding is te zien hoe men vol trots, maar wel een beetje geflatteerd, de prestatie van Lodewijk en Adolf voor het nageslacht vast wilde leggen. De bezoekers krijgen de gelegenheid om, aan de hand van de museale presentatie, te beoordelen of het beeld van de Tachtigjarige Oorlog zoals ze dat op school hebben geleerd wel klopt. In het museum zijn harnassen en wapens uit de zestiende eeuw te zien, de bezoeker kan die ook in de hand nemen. Tentoongestelde bodemvondsten belichten, net als een collectie oude boeken, allerlei aspecten van de veldslag bij Heiligerlee. In een auditorium kan een korte film met het verhaal van de Slag bij Heiligerlee worden bekeken.

Klokkengieterijmuseum - foto genomen op 05 september 2022
Klokkengieterijmuseum –
foto genomen op 05 september 2022
Klokkengieterijmuseum - foto genomen op 05 september 2022
Klokkengieterijmuseum –
foto genomen op 05 september 2022

Klokkengieterijmuseum Heiligerlee is een museum in het dorp Heiligerlee in de gemeente Oldambt

In 1795 begon de familie Van Bergen met het gieten van klokken. In het voormalige fabriekspand van deze familie is nu een museum gevestigd, die dit eeuwenoude ambacht laat zien. Daarnaast heeft het museum een unieke collectie oude torenklokken en -uurwerken, waaronder de oudste klok van Groningen (dertiende eeuw) en een zeldzame Van Wou klok, die ook wel de Stradivarius van de klokkengieters wordt genoemd.

Het museum is gevestigd in de voormalige klokkengieterij van A.H. van Bergen. Deze vestiging van het bedrijf werd geopend in 1862, onder de naam St Paulinus. Er werden in het begin voornamelijk luidklokken gegoten voor met name kerktorens in heel Nederland. Eind jaren dertig ging het bedrijf zich toeleggen op het fabriceren van carillons. Om dit nieuwe product in de schijnwerpers te plaatsen, werd in 1942 een klokkentoren met een carillon aan de voorzijde van de klokkengieterij aangebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog legde het bedrijf zich meer toe op het maken van brandspuiten. In 1980 ging het bedrijf failliet. Sinds 1987 is in het gerestaureerde bedrijfspand het Klokkengieterijmuseum gevestigd.

Het museum geeft een beeld van de wereld van klokken, carillons en torenuurwerken. In de gerestaureerde gietkuil wordt met een film en modellen getoond hoe het gietproces in zijn werk gaat. De collectie omvat verschillende oude en recentere klokken, waaronder een 15e-eeuwse klok, gegoten door Geert van Wou, die nu nog als de Stradivarius van de klokkengieters wordt beschouwd.

Website : http://www.museaheiligerlee.nl/index.php

Link: https://www.museaheiligerlee.nl/index.php?page=slag&sub=brasserie

De Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 eindigde met een overwinning van de opstandelingen in de Tachtigjarige Oorlog. De veldslag vond plaats bij het plaatsje Heiligerlee, nabij Winschoten, in de heerlijkheid Groningen.

Staatsgezinden: 3900 man infanterie en 200 man cavalerie, geleid door graaf Lodewijk van Nassau en graaf Adolf van Nassau, voornamelijk bestaande uit huurlingen en een kleine groep getrouwe troepen uit Duitsland. De aantallen staatsgezinde troepen worden niet eenduidig in de bronnen weergegeven. Mogelijk gaat het om (veel) minder troepen.

Spaansgezinden: 3200 man infanterie en 200 man cavalerie, geleid door de stadhouder van Groningen, Jan van Ligne.

Aan het begin van de oorlog waren de begrippen Staatsgezind en Spaansgezind uiteraard nog niet in zwang, omdat Filips II nog werd gezien als wettig landsheer (zelfs door Willem van Oranje), totdat de Staten-Generaal in 1581 de vorst formeel afzwoeren. Spaansgezind en koningsgezind kwamen op hetzelfde neer. Men kan dus spreken van formeel gezag en opstandelingen, al is de volksopstand in Groningen uiteindelijk mislukt en kan men van het leger van graaf Lodewijk grotendeels spreken van huurlingen.

Willem van Oranje had lang geaarzeld voor hij iets ondernam tot hulp aan de verdrukte Nederlanden. Nog in maart 1567, tijdens de Slag bij Oosterweel, verhinderde hij vanuit Antwerpen het protestantse leger te hulp te komen. Maar zijn eigen behandeling, gecombineerd met dagelijkse verzoeken tot hulp, veranderden zijn mening. Hij benaderde verscheidene Duitse vorsten om financiële hulp en verkocht ‘zilverwerk, kleinodiën, tapijten en ander vorstelijk huissieraad’.

Hij vond François de Cocqueville, een edelman uit Normandië, bereid om met zeven- of achthonderd man vanuit Frankrijk een inval in Artesië en Henegouwen te doen. De graaf van Hoogstraten zou langs de grote rivieren naar Opper-Gelre trekken. Willems broer, graaf Lodewijk van Nassau, zou in Friesland en Groningen een aanval ondernemen. Hijzelf zou in Brabant oprukken, zodra hij zou vernemen dat Alva zijn leger over deze drie invallen verdeeld zou hebben.

Als eerste wilde Willem van Oranje Roermond innemen. Een militie onder leiding van de graaf van Hoogstraten maakte zich op om het beleg uit te voeren, maar vanwege ziekte werd het bevel door Jan van Montigny overgenomen. Het beleg mislukte en de opstandelingen trokken naar Erkelenz om die stad te veroveren. Alva stuurde echter zijn leger bij het krieken van de dag naar de bij Dalheim slapende opstandelingen, die op 25 april 1568 in de Slag bij Dalheim hun eerste nederlaag leden. Jan van Montigny werd daarbij gevangengenomen.

Van de drie invallen werd die in het noorden het succesvolst. De Staatse huurlingen trokken bij Bellingwolde het land binnen en namen de Wedderborg, het bezit van de Spaanse stadhouder in Groningen, Jan van Ligne, bij diens afwezigheid in. De functie van stadhouder van de noordelijke provinciën vervulde hij vanuit Vollenhove. Daarnaast was hij heer van Westerwolde, sinds hij dit landschap samen met de Wedderborg in 1561 gekocht had.

Na de verovering van Wedde richtten de troepen van graaf Lodewijk zich op de stad Groningen om deze over te halen zich voor de opstand te verklaren, maar deze poging mislukte. De stad was in het begin van 1567 onder militaire druk ingenomen door troepen onder de Spaansgezinde luitenant De Mepsche, nadat de godsdienstvrijheid voor protestanten was opgeheven en deze uit de stad werden verdreven. Graaf Lodewijk beschikte over onvoldoende financiële en militaire middelen om de stad Groningen te kunnen belegeren. Door middel van blokkades die hij ten noorden en oosten van de stad opwierp, probeerde hij, zonder succes, de stad af te snijden van de buitenwereld. Aan de zuid- en westzijde bleef de stad bereikbaar.

Ook de poging om de bevolking in opstand te krijgen tegen de landsheer liep op niets uit. De blokkades keerden zich tegen Lodewijk op het moment dat de troepen van Alva de voor Lodewijk belangrijke logistieke route naar Delfzijl afsloten. Het gevolg was dat na zes weken beleg de troepen van Alva naderden en Lodewijk niets anders restte dan te vluchten naar Oost-Friesland. Tijdens deze vlucht werden de troepen van graaf Lodewijk ter hoogte van Heiligerlee onderschept door Spaanse troepen.

De westerlijke aanval van 2500 man, hoofdzakelijk bestaande uit Franse hugenoten aangevoerd door De Cocqueville, mislukte al snel. De Cocqueville had eerder gediend onder Condé, ook was hij betrokken geweest bij het complot van Amboise.

De aanval op Hesdin in Artesië begon eind Juni maar bevond zich al weer snel op Frans grondgebied door toedoen van de Graaf van Roeulx.[4] Hier werd onder andere de Abdij van Dommartin en Saint Valéry geplunderd. Geconfronteerd met de Maréchal Artus de Cossé-Brissac, gestuurd door de koning, werd toevlucht gezocht in Saint Valéry dat werd verdedigd tot deze op 18 Juli werd ingenomen met behulp van 3 kanonnen uit Amiens. De leiders; Cocqueville, Saint-Amand & Vaillent werden gevangen genomen om drie dagen later te worden onthoofd in Abbeville op de Place du Marche. In Parijs op de Place de Grève werden op 31 Juli hun hoofden tentoongesteld.

Een in England werd door o.a Jan van Hembyze, Jacob van Heule, Jan Camerlynck & Heer van Longastre, Charles de Houchain, en de broer van Charles, Anthonis Uutenhove een ontzettingsleger voor Cocqueville samengebracht maar deze was nog niet ingescheept voordat Saint Valéry viel. Enkele dagen later komen 3 schepen met troepen uit Londen aan in Emden, niet ver van Jemmingen.

Op 23 mei verkeerde het Staatse leger in slechte toestand door honger en achterstallige soldijbetaling (een endemisch probleem in die tijd). Graaf Lodewijk wist ze echter toch nog een keer in de wapens te krijgen.

Toen Lodewijk van Nassau vernam dat zijn tegenstander tegen hem optrok, wist hij zijn troepen toch te motiveren en stelde hen op bij het klooster van Heiligerlee. Het terrein bevatte drie heuvels (garsten), op één hiervan stond het klooster. De andere twee kunnen de garsten van Westerlee en Napels geweest zijn. Achter de heuvels verschanste hij het merendeel van zijn troepen. Voor de heuvel met het klooster liep een weg, tussen de heuvels bevonden zich kuilen, ontstaan door turfwinning. Ook in deze kuilen werd infanterie verstopt. Tussen de weg en de heuvels bevond zich drassig land. De streek staat tegenwoordig nog bekend als Tranendal.

Met zijn ruiters ondernam Lodewijk van Nassau een aanval. Arenberg, die van plan was op meer versterkingen te wachten, werd verleid de Staatse ruiters te achtervolgen. De Staatse ruiters lokten het Spaanse leger over de weg tussen de heuvels door. De Spaanse troepen kwamen hierbij terecht in het drassige terrein tussen de heuvels, waar ze een gemakkelijke prooi werden voor de Waalse huurlingen, schutters in dienst van graaf Lodewijk.

Volgens sommige bronnen sneuvelde Adolf van Nassau bij de ruiteraanval op het Spaanse leger, volgens andere berichten nadat zijn paard op hol sloeg tijdens het hoofdgevecht en hij midden tussen de vijandelijke troepen belandde. De waarheid zal ergens tussen heroïek en pech hebben gelegen.

De verliezen aan Staatse zijde worden op 50 man geraamd, aan Spaanse zijde op 400-500 man. De Staatse troepen maakten ook 7 stukken geschut buit.

Behalve het verlies van graaf Adolf sneuvelde ook de graaf van Arenberg.

Beide edelen werden elders begraven. Waar het massagraf van alle gesneuvelde militairen zich bevindt, is niet bekend. Het stoffelijk overschot van graaf Adolf is waarschijnlijk meegenomen door de terugtrekkende militairen en uiteindelijk begraven in Emden. De gebouwen van het klooster in Heiligerlee werden door de troepen van graaf Lodewijk na vertrek in brand gestoken.

Monument uit 1868 ter herdenking van de Slag bij Heiligerlee. De Nederlandse maagd ontfermt zich over de stervende Adolf van Nassau.

Deze slag was een succesvolle actie van de Nederlandse opstand. Het begin van de Tachtigjarige Oorlog was echter de voor de opstandelingen mislukte Slag bij Dalheim, een maand eerder op 23 april 1568. Hierbij telt ook mee dat de vrede in 1648 was gesloten. Was de vrede een jaar eerder gesloten, dan was mogelijk de Slag bij Oosterweel uit 1567 als het begin van de tachtigjarige oorlog beschouwd.

Het effect van de Slag bij Heiligerlee was beperkt. Door de op deze slag volgende nederlaag in de Slag bij Jemmingen leverde de overwinning geen strategisch voordeel op. De overwinnaars van de Slag bij Heiligerlee werden bij Jemgum grotendeels in de pan gehakt. Graaf Lodewijk kon op het laatste moment ontkomen door de Eems over te zwemmen, om zo terug te keren bij zijn beginpunt Emden. Het veroverde gebied was zeer tijdelijk in handen van Willem van Oranje geweest, de aanval op Groningen was mislukt, zijn broer Adolf was gesneuveld en van zijn leger was zo goed als niets meer over.

De dood van Adolf van Nassau wordt in het 4e couplet van het Wilhelmus gememoreerd:

De herinnering aan de slag kreeg pas vorm in de negentiende eeuw, toen in 1826 een eerste eenvoudige gedenknaald (obelisk) werd geplaatst. In 1868 kregen de herdenkingen een meer nationale invulling. In 1873 werd het huidige Graaf Adolfmonument door koning Willem III onthuld. In Heiligerlee is tegenwoordig een museum over de geschiedenis van de slag.

In de sokkel van het monument zijn de volgende teksten geschreven:

25 mei 1568 De eerste zege in de Tachtigjarige Worsteling
voor de vrijheid der Nederlanden.
Graaf Adolf van Nassau bleef in den roemrijken slag.
25 mei 1868 Door het nageslacht den vaderen gewijd.

Het monument en het parkje waarin het zich bevindt zijn eigendom van de Staat (Rijksgebouwendienst).

Link: https://historiek.net/slag-bij-heiligerlee-1568/69188/#:~:text=Slag%20bij%20Heiligerlee%2C%20door%20Frans,begin%20van%20de%20Tachtigjarige%20Oorlog.


Omgeving de Geselberg (de Giezelbaarg), heuvel bij Wessinghuizen (Vlagtwedde)

foto’s gemaakt op 21 augustus 2022

De Geselberg of Galgenberg is een van de opgestuwde heuveltjes in de gemeente Westerwolde uit de laatste ijstijd tussen Veele en Wedde.

De midwinterhoornblazers “De giezelbaargbloazers” uit het dorpje Veele,
hebben hun naam ontleend aan deze heuvel.

Tussen Wedde en Wessinghuizen ligt een met bomen begroeid heuveltje, met de opmerkelijke naam Geeselberg. Op beschuldiging van hekserij werden hier aan het einde van de zestiende eeuw meer dan 20 personen gemarteld en daarna levend verbrand. Tegenwoordig houdt een gedenksteen de herinnering hieraan levend.

De naam ‘Geeselberg’ of ‘Gieselbaarg’ wijst er al op dat op de heuvel bij Wessinghuizen (Vlagtwedde) meer gruwelijks is gebeurd. Op deze plek heeft eeuwenlang een galg gestaan. Het verhaal gaat zelfs nog dat een boer het eikenhout daarvan terugvond en dit als deurposten gebruikte. Galgen waren echter in de zestiende eeuw niet zeldzaam. Wat de plek bijzonder maakt zijn de heksenverbrandingen in de periode tussen 1587 en 1597.

Link: https://www.rtvnoord.nl/nieuws/944626/de-heksen-van-westerwolde-verdienen-een-eerherstel


Landgoed Tenaxx , Borgesiusweg 1 Wedde

Landgoed Tenaxx
Landgoed Tenaxx – foto genomen op 09 augustus 2022

Stap in de wereld van de Dinosauriërs en beleef spannende dino-avonturen.

In Wedde ligt het nieuwe Landgoed Tenaxx waar volwassenen en kinderen niet alleen alles kunnen leren over dinosaurussen maar ook van alles kunnen doen en beleven.

Speciaal voor de kinderen is er een groot dinopark waar ze stempels kunnen verzamelen in hun dinopaspoort. Zo kunnen ze bijvoorbeeld brullende dino’s in het Krijtwoud leren herkennen, een dinoskelet opgraven of met een lasergun op dino’s jagen.
Wanneer ze alle stempels hebben verzameld worden ze bekroond tot een echte dinoranger! Hoe stoer is dat?

In het grote bomenpark staat een verzameling van ruim 650 treurbomen en is
daarmee de grootste verzameling treurbomen ter wereld. In het bomenpark is te zien
hoe de bomen en planten hun intelligentie hebben ontwikkeld, ook in strijd met de dinosauriërs. Ontdek dit unieke park met dino’s en de prachtige natuur tijdens een educatief dagje uit in Groningen!

Website: https://familieparken-tenaxx.nl/

Facebook: https://www.facebook.com/landgoedtenaxx/


Buiten Villa Doen, Borgesiusweg 2 Wedde

Buiten Villa Doen
Buiten Villa Doen – foto gemaakt op 09 augustus 2022

BuitenVilla DOEN! heeft de droom dat ieder kind fijn mag opgroeien en dat ieder mens zich kan ontwikkelen op zijn eigen tempo. Toch is dat niet voor iedereen vanzelfsprekend. In dat geval kan BuitenVilla DOEN! helpen. Dit doen zij in de vorm van logeeropvang en deeltijdverblijf voor jeugdigen, ambulante begeleiding, gezinsbegeleiding, dagbesteding en paardencoaching.

In de logeeropvang wordt een veilige tijdelijke woonomgeving geboden waar wordt gewerkt aan de praktische zelfredzaamheid en sociaal-emotionele ontwikkeling van jeugdigen. Het logeerhuis is zowel door de week als in het weekend geopend voor jongens en meisjes tot 18 jaar.

BuitenVilla DOEN! biedt ook begeleiding aan ouders/verzorgers wanneer opvoeden even niet zo gemakkelijk gaat. Dit doet BuitenVilla DOEN! aan huis in de vorm van praktische pedagogische gezinsbegeleiding, waardoor de ouders weer meer in hun kracht komen.

Website: https://www.buitenvilladoen.nl/


Rhederbrug Grensgebouw, Rhederweg 51 Bellingwolde

foto’s genomen op 09 augustus 2022

Grenspost Bellingwolde is een voormalig grenskantoor aan de Rhederweg in de Nederlandse gemeente Bellingwedde. De grenspost is door de Commissaris der Koningin mr. W.A. Offerhaus officieel in gebruik gesteld op 3 oktober 1956.

De grenspost verving de verder van de grens gelegen oude grenspost.
Na de opening werd het voor alle verkeer mogelijk om hier de grens te passeren waardoor er een kortere verbinding ontstond tussen Groningen en Leeuwarden enerzijds en Oldenburg, Bremen en Hamburg anderzijds.
De grenspost heeft tot 1993 dienstgedaan waarna de grenscontroles zijn afgeschaft.
In september 2020 is het Grenskantoor gekocht door Richart Joling, hij gaat het kantoor restaureren en gebruiken als flexkantoor voor zijn bedrijf Rolloek bv en voor andere ondernemers uit de regio.

De grenspost is gelegen aan de N969 tussen Rhederbrug in Nederland en Rhede in Duitsland. De grenspost bevindt zich op een afstand van ca. 300 meter tot de grens. Ter plaatse van de grens is grenspaal nr. 183-XIII geplaatst.
Hier gaat de Rhederweg over in de Duitse Zollstrasse. Voor en naast de grenspost zijn nog steeds parkeerstroken aanwezig. Toen de grenspost nog in gebruik was stonden er aan weerszijden van de Rhederweg een slagboom, een waarschuwingslicht en verscheidene lichtmasten.

Vanaf de jaren 70 werden grenscontroles aan de Nederlands-Duitse grens samengevoegd waardoor douaniers van beide landen vanuit één grenspost werkten in plaats van in ieder hun eigen grenspost aan elke zijde van de grens.
Door de relatief grote afstand tussen de grenskantoren aan de Rhederweg/Zollstrasse is bij de grenspost Bellingwolde deze samenvoeging nooit tot stand gekomen.

Het gebouw is opgetrokken in baksteen en rust op een betonnen funderingsplaat. Ook de dakranden zijn uitgevoerd in beton. Het platte dak heeft twee niveaus, van origine stak hier een gemetselde schoorsteen bovenuit. Aan de voorkant hing een vlaggenmast met de Nederlandse vlag en was een embleem van de marechaussee gemonteerd. Rondom, maar met name aan de voorkant en zijkanten, zijn raampartijen aanwezig voor een goed zicht op het wegverkeer. Het is gebouwd voor rekening van de voormalige gemeente Bellingwolde en werd gehuurd door het ministerie van Financiën.

Link : https://www.rtvnoord.nl/nieuws/866430/grenskantoortje-rhederbrug-na-jaren-opgeknapt-de-vlag-hangt-weer-in-de-top

Grenskantoor-Rhederbrug
Grenskantoo Rhederbrug
Grensgebouw voorheen
Grensgebouw voorheen
grensgebouw s'nachts
grensgebouw s’nachts
Grensland 1967
Grensland 1967

Dekker Rondvaarten, langs de Eltjo Mulderweg Wedderveer

Dekker Rondvaarten
Dekker Rondvaarten
Dekker Rondvaarten
Dekker Rondvaarten
Dekker Rondvaarten
Dekker Rondvaarten
Dekker Rondvaarten
Dekker Rondvaarten

foto’s genomen op 09 augustus 2022

Op zoek naar een bijzonder dagje uit? Pieter Dekker Rondvaarten en arrangementen biedt een scala aan mogelijkheden. Een dagje uit met familie, of een groepsreis maar ook voor schoolreisjes en bedrijfsuitjes. Wij verzorgen op wisselende dagen rondvaarten in Blauwestad en Wedderveer. Ook verzorgen wij vele dagtochten met boot en bus. U kunt hierbij genieten van de prachtige  omgevingen.

Het bedrijf bestaat inmiddels al meer dan 30 jaar. Begonnen met een kleine boot voor 8 personen is er al gauw een grotere bijgekomen voor 25 personen. Later kwam daar nog een kleine rondvaartboot bij voor 50 personen

Website: https://dekkerrondvaarten.nl/


De Weddermarke is een poldermolen bij het recreatiegebied Wedderbergen, vlak bij het dorp Wedde in de provincie Groningen.

De Weddermarke
De Weddermarke
De Weddermarke
De Weddermarke
De Weddermarke
De Weddermarke
De Weddermarke
De Weddermarke

foto’s genomen op 30 juli 2022

De originele molen van het waterschap Weddermarke werd in 1875 gebouwd. Deze molen brandde af in 1898 en werd door de huidige molen vervangen. Al in 1910 werd de functie van de molen vervangen door een pompinstallatie met stoomaandrijvingen en in 1955 door een pompinstallatie met dieselaandrijving. Thans wordt het gebied afgewaterd met behulp van een elektrische installatie, die zo’n anderhalve kilometer van de molen staat. De molen is dus niet meer operationeel als poldermolen. De molen werd in 1987 ingrijpend gerestaureerd, vanaf die tijd kunnen de wieken weer draaien. De molen was vroeger met zelfzwichting uitgerust maar beschikt thans over het oudhollands wieksysteem met zeilen op de roeden, die een vlucht van 20,60 meter hebben. De molen is eigendom van het waterschap Hunze en Aa’s. De molen draait, ondanks een sterke windbelemmering van de bomen van het recreactiegebied, geregeld dankzij een vrijwillige molenaars. In 2007 heeft men een wervelbalk geplaatst, zodat de molen ook zonder vijzel kan draaien. Vooral in de richtingen waar veel bomen staan kan de molen nu toch met mondjesmaat draaien.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Weddermarke_(molen)

Facebook : https://www.facebook.com/weddermarke/?fref=ts


De spinnenkop in Wedderveer (rijksmonument)

De spinnenkop
De spinnenkop
De spinnenkop
De spinnenkop
De spinnenkop
De spinnenkop

foto’s genomen op 30 juli 2022

Gelegen aan de Hoofdweg Wedderveer 24 is een kleine houtzaagmolen aan de weg van Blijham naar Wedde in de provincie Groningen.

Het molentje werd in 1938 gebouwd en is daarmee de laatste om economische redenen gebouwde molen in de provincie Groningen. Het ontwerp voor de molen kwam van molenmaker-architect Luitje Wiertsema die de molen samen met de eerste eigenaar E.J. Feunekes bouwde. Het molentje kreeg buiten de molen een snelzaagraam, op windkracht aangedreven. Verder werd de molen uitgerust met zelfzwichting en zelfkruiing. De spinnenkopmolen op een bakstenen schuur met stelling was slechts enkele jaren in gebruik en in de jaren tachtig van de twintigste eeuw was er slechts een troosteloze ruïne over. De huidige particuliere eigenaar liet de molen in 1997 restaureren en laat het molentje, dat tegenwoordig uitgerust is met een lintzaag, regelmatig draaien. De molen ondervindt veel hinder van de bomen in de directe omgeving, maar is wel degelijk een markante blikvanger aan de westzijde van de Westerwoldse Aa.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Spinnenkop_Wedderveer


Het oorlogsmonument in de Groningse plaats Wedderveer is een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

oorlogs- en verzetsgedenkteken
oorlogs- en verzetsgedenkteken
oorlogs- en verzetsgedenkteken
oorlogs- en verzetsgedenkteken
oorlogs- en verzetsgedenkteken
oorlogs- en verzetsgedenkteken

foto’s genomen op 30 juli 2022

Het monument, ook vermeld als ‘oorlogs- en verzetsgedenkteken’, werd gemaakt door de beeldhouwer Wladimir de Vries. Het bestaat uit een natuurstenen sculptuur van een staande vrouw, gekleed in een gedrapeerd gewaad. Ze heeft een ontbloot bovenlijf en houdt haar handen achter haar rug. Het beeld is geplaatst op een klein voetstuk, waarop in reliëf is te lezen:

1940 – 1945
OPDAT WIJ
NIET VERGETEN

Op 5 mei 1950 werd het monument onthuld door mevrouw E. Mulder, weduwe van de eerste ‘martelaar voor de vrijheid’ in de toenmalige gemeente Wedde.

Tijdens de jaarlijkse dodenherdenking worden bloemen en kransen bij het monument gelegd.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Oorlogsmonument_Wedderveer

Link : https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/273/wedderveer-oorlogs-en-verzetsgedenkteken


’t Pleintje Winschoten

Ooit was café ‘t Pleintje aan de Venne 99 in Winschoten een veelbezochte uitgaansgelegenheid en een vooraanstaand podium voor bands en individuele musici die aan het begin stonden van een al dan niet glanzende carrière. De toenmalige uitbater Koos van Dijk zag het mede als zijn taak om talenten een duw in de goede richting te geven. En hij deed dat niet alleen als horeca-ondernemer, maar naderhand ook als manager.

’t Pleintje werd al gauw na de opening het ontmoetingspunt voor de wat progressievere jeugd. Hier kwamen geen jongeren in gladde disco-outfits en met glitters behangen. Nee, hier kwamen de jongens en meiden met de wat langere haren en buttons met ‘peace’ en ‘stop de neutronenbom’. Kortom, ‘t Pleintje was het gewenste alternatief voor diegenen die niet behoorden tot de grootste gemene deler.

Café-dancing van Koos van Dijk in Winschoten. Er spelen vaak popgoepen uit de regio en uit Stad. De ontmoeting met van Dijk vormt een bepalende faktor in de loopbaan van Herman Brood. In 2005 wordt ‘t Pleintje gesloten. Na jarenlang leeggestaan te hebben, en vervolgens een periode gekraakt te zijn geweest, wordt het café in 2012 heropent als Het Pleintje. Tijdens Groningsch Peil 2013 treden The Monroes en Sleazy Affairs op in Het Pleintje.

Het lijkt over en uit voor het roemruchte café ‘t Pleintje in Winschoten. De kroeg waar Nederlands enige rock ’n roll-junkie Herman Brood werd ontdekt door uitbater Koos van Dijk staat zeker al tien maanden dicht. Dat blijft zo als het aan eigenaar David Maas van WIMA Vastgoed ligt.

WIMA, eigenaar van zeker 32 (horeca)panden in de provincie Groningen, waaronder negen in Winschoten – onder meer discotheek Nightfever en café Hoppe – wil in ‘t Pleintje ’absoluut’ geen horeca meer. Maas: ‘’We willen ons concentreren rond het Marktplein. We stoten daarom vierkante meters horeca vooral buiten de route af.’’ Ook minder rendabele kroegen bij het Marktplein worden aangepakt. Zoals de Stokerij. ‘’De achterkant wordt winkel.’’ Die plannen liggen er ook voor ‘t Pleintje. Maas: ’’Ik zit te denken aan kantoor? of woonruimte. Of een combinatie van beide. Belangstelling is er wel. Het is natuurlijk een beeldbepalend pand. Ik word regelmatig benaderd door mensen. Maar die willen er weer horeca beginnen. Dat kets ik allemaal af. We doen daar geen horeca meer.”

En daarmee lijkt een eind te komen aan een vermaard stukje Groninger horecageschiedenis waar in 2005 nog opnames plaatshadden voor de film Wild Romance over de carrière van zanger Herman Brood en over diens manager Koos (Coach) van Dijk. Die reageert stomverbaasd: ‘’Wat! Dat mainst nait.’’

Van Dijk: ‘’Wie had kunnen denken dat er ooit nog een verkoper of administrateur zou rondlopen in ’t Pleintje. Maar goed, de verandering houd je niet tegen. Ik ben trots op de kroeg die ik toch als mijn kind beschouw, een wereldplek. Maar wie weet wat de toekomst nog brengt.”

Generaties Groningers kwamen er voor de (alternatieve) muziek die elders in Winschoten en omgeving weinig of niet aan bod kwam. Van Dijk: ‘’We wilden ons onderscheiden van andere zaken. De muziek haalde ik uit Amsterdam. Wat daar in was, kenden ze in Winschoten nog niet. En wat was het: drie kleine etages. Als je nagaat hoeveel artiesten daar zijn begonnen. ’t Pleintje is dood, leve ‘t Pleintje.’’

Van Dijk beschouwt zijn nieuwste project Teas-à-GoGo in het Comedy Theater in de Nes in Amsterdam, als directe opvolger van ‘t Pleintje. ’’Maffe sfeer, veel rood in het interieur, lekkere wieven, stand up comedians en artiesten in een spannende, sexy variété show en na afloop swingen op cultmuziek. Zoals vroeger in ‘t Pleintje.’’

oude ‘t Pleintje
oude ‘t Pleintje
‘t Pleintje - Disco bij Koos
‘t Pleintje – Disco bij Koos
‘t Pleintje
‘t Pleintje
‘t Pleintje
‘t Pleintje

Oud-Pekelder en beroepskraker Erik Biever geeft Pleintje terug:
http://www.prachtigpekela.nl/nieuws/3976/3515

Biografie Koos van Dijk: https://www.wikiwand.com/nl/Koos_van_Dijk

Biografie Herman Brood: https://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_Brood

’t Pleintje op Facebook : https://www.facebook.com/groups/tpleintje/

‘t Pleintje in Winschoten: een roemrucht café vol herinneringen.
Koos van Dijk, oud-manager van Herman Brood, haalt herinneringen op aan het roemruchte café ‘t Pleintje in Winschoten.
https://www.rtvnoord.nl/video/932704/t-pleintje-in-winschoten-een-roemrucht-cafe-vol-herinneringen


Briefkaarten uit de stad Groningen tussen 1900 en 1906


Tramwerkplaats 2021
Tramwerkplaats 2021
Tramwerkplaats 2021
Tramwerkplaats 2021
Tramwerkplaats 2021
Tramwerkplaats 2021
Tramwerkplaats 2021
Tramwerkplaats 2021
Cova banden fabriek 1974
Cova banden fabriek 1974

cova1974 : Winschoten : Havenkadewest 1 : voormalig Cova banden fabriek
Vervaardiger Douma, M.A. , Datum 1974

Tramwerkplaats Adres Havenkade West 1
Transformatiejaar 2008

Oude functie Opslagruimte Tramwerkplaats, nieuwe functie Culturele functie.

De sloop en nieuwbouw van het Cultuurhuis in het centrum van Winschoten betekent niet dat de bewoners zonder theatervoorziening zitten.
De voormalige tramwerkplaats in het Oosterhavengebied werd tijdelijk herbestemd tot theater, open vanaf juni 2009.
De transformatie is in elf maanden gerealiseerd en is gefinancierd met een Europese subsidie. Na vier jaar als theater dienst te hebben gedaan, zal het gebouw gaan functioneren als theaterwerkplaats.

De voormalige tramwerkplaats viel in het oog bij de gemeente Winschoten en de Klinker toen zij op zoek gingen naar een locatie voor een tijdelijk theater. Het oude theater van Winschoten was verouderd en voldeed niet meer aan de eisen waardoor de gemeente besloot het theater te slopen en op dezelfde plek een nieuw Cultuurhuis te bouwen.
De sloop en nieuwbouw zouden betekenen dat de regio ongeveer vier jaar zonder theatervoorziening zou zitten.

Om de continuïteit van het culturele aanbod in de regio te waarborgen is de gemeente op zoek gegaan naar een geschikte locatie voor een tijdelijk theater.

Film “Halte Democratie – Raadzaal gemeente Oldambt” :

Halte Democratie – Raadzaal gemeente Oldambt

Na de tweede wereldoorlog zijn trams vervangen door bussen en auto’s.
De tramwerkplaats verloor zijn functie en werd ingelijfd door de familie Phaff om te gebruiken als opslagplaats voor hun naastgelegen vruchtenwijn- en likeurfabriek (vanaf 1948). Vanaf de jaren ’70 was ook de Phaff-fabriek niet meer in gebruik en raakte de oude tramwerkplaats in verval. De tramwerkplaats stond al bijna dertig jaar leeg en in 2007 maakte de gemeente het plan om de gebouwen te slopen.
Drie dagen voordat de sloopvergunning zou worden afgegeven werd het voorstel aangedragen om hier een tijdelijk theater te realiseren.

De Tramwerkplaats in Winschoten aan de Havenkade-west 3 Van Ol Graitje tot Theater.
De Stoomwegmaatschappij Oostelijk Groningen (OG), in de volksmond Ol Graitje genoemd, vervoerde vanaf 1915 reizigers en goederen vanuit Winschoten van en naar Ter Apel. Daar werd verbinding gelegd met het Drentse tramwegnet.

In 1917 volgde een vertakking naar Bellingwolde en in 1919 een doorgaande verbinding naar Delfzijl. Zo kwam Winschoten centraal te liggen in een netwerk van tramverbindingen. Hierdoor kende Winschoten een groot emplacement (aan de Wilhelminasingel) en de remise werkplaatsen. De twee loodsen aan de huidige Havenkade West zijn tussen 1915 en 1916 gebouwd als OG-werkplaatsen.

De een voor schilder- en bekledingswerk, de ander de algemene of loc-werkplaats.
Daarin is nu Theater De Tramwerkplaats gevestigd. Uiteindelijk bleek de stoomtram niet rendabel. Voor het personenvervoer waren de trams te traag, het goederenvervoer te prijzig. En dus verdween de stoomtram uit het straatbeeld. De maatschappij OG werd in 1948 opgeheven.

De algemene werkplaats werd in dat jaar aangekocht door de firma H.J.Phaff en opgenomen in de vruchtenwijn- en likeurfabriek. Na de sluiting van (zuite) Phaff in de jaren zeventig van de vorige eeuw raakten de panden in verval. Het fabriekscomplex van Phaff, dat dateert uit 1847, kreeg de status van rijksmonument. De OG-loodsen echter niet. Sloop leek onafwendbaar. Op het laatste nippertje echter werd een alternatief geboren: de tramwerkplaats omtoveren tot kleinschalig theater met een vlakke vloerzaal. De naastliggende loods, die later ook dienst deed als veilinggebouw, kreeg de functie van productiehuis: atelier-, dans- en theaterruimte.

Een soort theaterlaboratorium: talent voor kunst wordt hier ontdekt, gekoesterd, ontwikkeld én ingezet voor eigen kunstproducties. En dus is er cultureel erfgoed in Winschoten behouden gebleven. En kan de voormalige tramwerkplaats als Theater De Tramwerkplaats ook op langere termijn het culturele aanbod van Winschoten en het Oldambt garanderen en zelfs versterken.

Link “herbestemming Tramwerkplaats” : https://www.herbestemming.nu/projecten/tramwerkplaats-winschoten

De harbour jazz club 2021
De harbour jazz club 2021
De harbour jazz club 2021
De harbour jazz club 2021
De harbour jazz club 2021
De harbour jazz club 2021

De oude tramwerkplaats is gerenoveerd en omgebouwd tot theater en produktiehuis.
Gelegen aan de Havenkade-West van Winschoten is dit een prachtige lokatie voor optredens, dans en voorstellingen. De harbour jazz club is gevestigd in de voormalige tramwerkplaats in de haven. Een leuke locatie met, op het terras uitzicht op de boten.
De inrichting van restaurant is een mix van verschillende stylen maar ziet er leuk uit.
Ze hebben een kaart met 15 hoofdgerechten.

Link “Harbour Jazz Club” : https://harbourjazzclubwinschoten.com/


brandewijnfabriek Pfaff 2021
brandewijnfabriek Pfaff 2021
brandewijnfabriek Pfaff 2021
brandewijnfabriek Pfaff 2021
phaff vroeger
phaff vroeger

Voormalig brandewijnfabriek Pfaff in Winschoten, Wilhelminasingel 99 (Rijksmonument)

Groothandel in buitenlandse wijnen. De zaak werd in 1847 opgericht door J. H. Phaff,
die in 1875 werd opgevolgd door zijn zoon.

In 1929 omgezet in een Naamloze Vennootschap onder directie van Jac. H. Phaff,
die in 1942 werd opgevolgd door zijn zoon H. Jac. Phaff, die reeds vanaf 1927 als adj. directeur in het bedrijf werkzaam was.

Bouwjaar: 1914 (schoorsteen) 1916 (fabriek) ca. 1922 (woning) 1952 (uitbr. fabriek)
Architect: J. IJzer (1916) IJzer 1916 J. IJzer (1916)

VruchtenwijnFABRIEK gebouwd in 1916 in opdracht van de familie Phaff naar een ontwerp van architect J. IJzer in een Ambachtelijk-traditionele bouwstijl. Vanaf 1851 was de heer J.H. Phaff begonnen met het opzetten van een azijnfabriek en likeurstokerij in het centrum van Winschoten. In 1916 werd het bedrijf opgesplitst in een likeur en azijnfabriek aan de Visserstraat en een vruchtenwijnfabriek aan de Wilhelminasingel onder leiding van Johannes en Jacob Phaff.

Omstreeks 1922 werd een directeurswoning gebouwd, die in de jaren vijftig werd verbouwd en middels een hals werd verbonden met de fabriek. De directeurswoning en hals komen wegens te geringe architectonische kwaliteit en teveel verbouw niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking. In 1952 werden de naastgelegen

loodsen van de Stoomtramwegmaatschappij (SMOG) in gebruik genomen voor opslag en werden nieuwe loodsen bijgebouwd onder andere aan de westzijde van de één bouwlaag hoge vleugel. In de jaren zeventig werden de loodsen verbonden met de vruchtenwijnfabriek middels een overkapping. Deze loodsen en jongere aanbouwen zijn niet van dusdanig belang dat deze voor bescherming van rijkswege in aanmerking komen. Eind jaren zeventig sloot het bedrijf zijn deuren.

Het langwerpige bouwblok is gelegen aan de Brugstraat (noordzijde),
de Havenkade West met hieraan grenzende water van de Rensel (oostzijde) en aan de Wilhelminasingel (westzijde). Aan de achterzijde (zuidzijde) liggen de restanten van het tramemplacement van de SMOG met de hoge ronde SCHOORSTEENPIJP uit omstreeks 1914 die toebehoorde aan de smidse. De schoorsteenpijp, die door de overkapping uit de jaren zeventig door het fabriekscomplex is gecorporeerd, heeft een grote ensemblewaarde als visueel onderdeel van de vruchtenwijnfabriek,
fungeert als verwijzing naar het industriële verleden van het gehele gebied en markeert
in stedenbouwkundige zin een gebied in ontwikkeling.

De vruchtenwijnfabriek vormt in combinatie met het tegenoverliggende eveneens beschermde expeditiekantoor (Renselkade 5) een fraai stedenbouwkundig ensemble. Beide gebouwen, alsmede de schoorsteenpijp, houden gezamenlijk het beeld van een vroeg-twintigste-eeuwse industriestraat levend.

Omschrijving: VruchtenwijnFABRIEK bestaande uit een twee verdiepingen hoog volume met aan weerszijden een één verdieping hoge vleugel. De deels onderkelderde vruchtenwijnfabriek op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in rode baksteen (achtergevel later witgeschilderd) op een naar voren springend trasraam van gesinterde bruinpaarse baksteen en wordt gedekt door samengestelde platte daken deels met lichtkappen; trapsgewijs uitkragend bakstenen fries; houten gootlijst. De gevels worden geleed door gemetselde muurdammen en getoogde staande en liggende vensters met ijzeren roedenverdeling onder een segmentboog.

De voorgevel (noordzijde) van het twee verdiepingen hoge volume wordt door zeven muurdammen in zes gevelvelden verdeeld. In de vier gevelvelden aan de linkerzijde vier getoogde liggende zesruits vensters. In de twee gevelvelden aan de rechterzijde twee staande getoogde vijftienruits vensters waarboven twee liggende getoogde zesruits vensters. De voorgevel van de linker één bouwlaag hoge vleugel wordt door

vier muurdammen in drie gevelvelden verdeeld. In elk gevelveld twee liggende getoogde zesruits vensters. De voorgevel van de rechter één bouwlaag hoge vleugel wordt door zes muurdammen in vijf gevelvelden verdeeld. In de twee linker gevelvelden twee staande getoogde vijftienruits vensters. In het centrale gevelveld twee getoogde samengestelde tweedelige H-vensters met zesruits bovenlichten onder één segmentboog. In het gevelveld rechts van het centrale gevelveld een getoogd samengesteld tweedelig H-venster met zesruits bovenlichten, een breed getoogd H-venster met veertienruits bovenlicht en een houten deur waarin glas met getoogd achtruits bovenlicht onder segmentboog. In het rechter gevelveld dubbele opgeklampte getoogde houten deuren waarin glas met roedenverdeling en een houten deur met getoogd achtruits bovenlicht, alle onder segmentboog.

De oostgevel van de één bouwlaag hoge vleugel wordt door drie muurdammen in twee gevelvelden verdeeld. In elk gevelveld een liggend getoogd zesruits venster; in het linker gevelveld niet-originele dubbele deuren. De oostgevel van het erachter gelegen twee bouwlagen hoge volume wordt door vijf muurdammen in vier gevelvelden verdeeld. In elk gevelveld een liggend getoogd zesruits venster.

Aan de linkerzijde van de achtergevel (zuidzijde) van de naar voren springende linker één bouwlaag hoge vleugel (later opgehoogd) twee getoogde opgeklampte houten deuren waarin een kleine deur en tweeruits vensters waarnaast vier getoogde staande vijftienruits. Aan de rechterzijde twee opgeklampte houten deuren waarvoor een niet-originele plaat met getoogd achttienruits bovenlicht waarnaast drie getoogde liggende zesruits vensters. In de rechter zijgevel een getoogd liggend zesruits venster. Tegen de achtergevel van het terugliggende twee bouwlagen hoge volume is aan de linkerzijde een plat volume aangebouwd dat later aan de rechterzijde is uitgebreid; aan de voorzijde op de begane grond een smal getoogd staand venster, in ingebouwd portiek een stalen deur, twee staande smalle getoogde vensters, twee staande getoogde vijftienruits vensters en twee niet-originele vierruits vensters; aan de voorzijde op de eerste verdieping een getoogd liggende zesruits venster, een stalen deur, drie getoogde liggende zesruits vensters en twee niet-originele vierkante vensters; aan de rechterzijde niet-originele vensters en een deur. Het rechter geveldeel van het twee bouwlagen hoge volume wordt door zes muurdammen in vijf gevelvelden verdeeld. In het linker gevelveld twee getoogde houten deuren met bovenlicht met roedenverdeling waarboven een getoogd liggend zesruits venster en een getoogd staand vierruits venster. In het ernaast gelegen gevelveld twee getoogde houten deuren met roedenverdeling waarboven twee liggende getoogde zesruits vensters. Het centrale gevelveld is deels boven de gootlijst doorgetrokken waarin een getoogd liggend zesruits venster waarboven twee keer dubbele houten deuren met roedenverdeling; aan de rechterzijde twee getoogde
liggende zesruits vensters. In de twee rechter gevelvelden vier getoogde liggende zesruits vensters. De achtergevel van de rechter vleugel wordt door vier muurdammen in drie gevelvelden verdeeld. In het linker gevelveld getoogde dubbele houten deuren met roedenverdeling. In de twee rechter gevelvelden twee liggende getoogde zesruits vensters. De westgevel van de één bouwlaag hoge vleugel wordt door vier muurdammen in drie gevelvelden verdeeld. In zowel het linker als rechter gevelveld twee getoogde liggende zesruits vensters. Tegen het centrale gevelveld is de hals aangebouwd (niet beschermd) die de woning (niet beschermd) met de fabriek verbindt. Het volume aan de rechterzijde is later aangebouwd (niet beschermd). De westgevel van het erachter gelegen twee bouwlagen hoge volume wordt door vijf muurdammen in vier gevelvelden verdeeld. In elk gevelveld een liggend getoogd zesruits venster.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de brede houten paneeldeuren met roedenverdeling deels met bovenlichten met roedenverdeling, de vensters met roedenverdeling, de scheidingswand tussen winkel, kantoor en pakplaats, in het ketelhuis de tank, de houten steektrap naar de kelder en de ijzeren I-profielen die het dak ondersteunen. De hoge ronde SCHOORSTEENPIJP is opgetrokken in rode baksteen (onderste gedeelte later witgeschilderd) verstevigd met ijzeren banden.

abandoned factory

Film “Abandoned factory (Phaff wijnfabriek) Netherlands March 2021”

Film “IJswedstrijd Dommering en Heikens personeel onbekend, 1956” : https://www.filmbankgroningen.nl/archief/av20779/

Schippersbeurs 2021
Schippersbeurs 2021

Op de hoek Renselkade/Brugstraat staat de in 1923 gebouwde Schippersbeurs.
(Rijksmonument)

Sinds december 1996 is de gemeente eigenaar van het gebouw (en de aangrenzende percelen). Net als bij de naastgelegen Phaff-fabriek liet zij ook dit gebouw verpauperen. Bij Phaff inmiddels 22 jaar, hier “slechts” 19 jaar.
Beide gebouwen staan op de monumentenlijst en dat is maar goed ook, anders waren ze waarschijnlijk al lang afgebroken.

Expeditiekantoor met pakhuis en bovenwoning in Winschoten Renselkade 5
Bouwjaar: 1925 1955 (garage) 1956 (pakhuis)
Architect: J. Heikens Heikens 1925 J. Heikens

Expeditiekantoor met pakhuis en bovenwoning gebouwd voor de Winschoter Expeditie Onderneming in 1925 naar een ontwerp van architect J. Heikens (1888-1955) uit Winschoten in een stijl waarin Amsterdamse School elementen zijn te herkennen.
De Winschoter Expeditie Onderneming werd in 1919 opgericht door een aantal ondernemers die ontevreden waren over de prijs en kwaliteit van het bestaande vervoer van hun produkten. Directeur was de heer A.C. Mostert. In 1953 sloot het bedrijf zijn deuren. In 1955 werd aan de noordzijde een garage aangebouwd en 1956 aan de westzijde een pakhuis. Zowel het pakhuis als de garage komen wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking. Momenteel wordt het pand gebruikt als bedrijf- en opslagruimte en de bovenste verdieping als woonhuis.

Het langwerpige blok met ronde gevel is prominent gelegen op de hoek van de Renselkade en de Brugstraat. Door de gerichtheid van de boegvormige gevel op het tegenoverliggende water van de Rensel heeft het pand een sterke markeringsfunctie voor het gehele gebied. Het pand vormt in combinatie met de tegenoverliggende eveneens beschermde Phaff-fabriek (Wilhelminasingel by 99) een fraai stedenbouwkundig ensemble. Beide gebouwen houden gezamenlijk het beeld van een vroeg-twintigste-eeuwse industriestraat levend.

Het Expeditiekantoor bestaat uit een twee bouwlagen hoog VOLUME (I) waarin het kantoor met bovenwoning met aan de achterzijde en aan weerszijden een één bouwlaag hoog VOLUME (II) waarin pakhuis, diverse bergplaatsen en paardenstal met aan de achterzijde een iets lager plat volume waarin de bergplaats voor wagens.
Het twee verdiepingen hoge, deels onderkelderde VOLUME (I) op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in rode lichtgesinterde baksteen op een trasraam van gesinterde donkerpaarse baksteen met drie zwartgeverfde bakstenen banden en wordt gedekt door een naar buiten gebogen afgeknot schilddak met leidekking; vier gemetselde schoorsteen met kap; dakkapellen onder plat dak met driedelig tweeruits venster, twee aan de voorzijde, één aan de west-, noord- en oostzijde; geprofileerde overkragende houten goot; bakstenen fries.

De gevels worden geleed door gemetselde pilasters opgevuld met metselmozaïek en H-vensters met tweedelige drieruits bovenlichten onder rollaag; onder de vensters van de eerste verdieping decoraties van zwartgeverfde bakstenen rechthoeken.
De entree van het kantoor bevindt zich in het centrale gevelveld van de voorgevel (zuidzijde) en bestaat uit een houten paneeldeur waarin glas met tweedelig drieruits bovenlicht waarvoor een gemetselde twee treden hoge stoep.
Links van de entree een H-venster en boven de entree twee H-vensters. De entree van de woning bevindt zich in het linker gevelveld en bestaat uit een houten paneeldeur waarin glas met tweedelig drieruits bovenlicht waarvoor een gemetselde stoep.
Rechts van de entree een H-venster en boven de entree twee H-vensters.

In het rechter gevelveld dat op de hoek is afgerond drie H-vensters (waarvan twee met glas-in-lood) waarboven drie H-vensters (waarvan twee met glas-in-lood).
Tegen de westgevel is het één bouwlaag hoge volume aangebouwd.
Op de eerste verdieping een houten paneeldeur met tweedelig tweeruits bovenlicht met aan de linkerzijde een staand drieruits venster en aan de rechterzijde een staand tweedelig drieruits venster. Tegen de achtergevel (noordzijde) is het één bouwlaag hoge volume aangebouwd.

Op de eerste verdieping is tegen het linker gevelveld een niet-origineel plat volume aangebouwd (niet beschermd). In het centrale en rechter gevelveld een H-venster.
In de oostgevel in het linker gevelveld twee H-venster (waarvan één met glas-in-lood) waarboven twee H-vensters (waarvan één met glas-in-lood). In het rechter gevelveld twee H-vensters waarboven twee H-vensters.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: in het kantoor de houten paneeldeuren, de houten doorgeefluiken en de glazen tussenwand tussen kantoor en vergaderruimte, in de bovenwoning de houten bordestrap met houten leuning, de houten paneeldeuren, de twee marmeren schouwen, in de keuken de houten schouw met tegelbekleding, in de kamer en suite de houten suitedeuren waarin glas-in-lood, op zolder de beschoten kap met rondlopend spantbeen.

Het één verdieping hoge VOLUME (II) heeft een identieke gevelopbouw als het twee verdiepingen hoge volume en wordt gedekt door een plat dak.
In de zuidgevel twee staande tweedelige drieruits vensters.
Op het platte volume een niet-originele balustrade. Tegen de westgevel is een niet-origineel pakhuis uit 1956 (niet beschermd) aangebouwd.
In de achtergevel (noordzijde) drie gevelvelden met in elk twee liggende tweedelige vensters. Tegen de achtergevel van het iets lagere platte volume is de niet-originele garage (niet beschermd) uit 1955 aangebouwd.

In het linker gevelveld van de oostgevel een houten paneeldeur waarin glas met tweedelig drieruits bovenlicht en niet-originele dubbele pakhuisdeuren. In het centrale gevelveld twee staande tweedelige drieruits vensters.
In het rechter gevelveld een opgeklampte houten paardenstaldeur met tweedelig drieruits bovenlicht en een staand tweedelig drieruits venster.
Aan de rechterzijde bevindt zich het iets lager platte volume met aan de schuine
voorzijde dubbele opgeklampte houten bergplaatsdeuren.

Link: https://nl.wikipedia.org/wiki/Schippersbeurs


Oude leegstaand Ommelander Ziekenhuis St. Lucas aan de Gassingel 18 Winschoten

Zusterhuis 1974: aan de Burgemeester Schönfeldsingel 57 :
Zusterhuis van het St.-Lucasziekenhuis
Foto: Douma, M.A. , Datum 1974

1926-1930 : R. Kath. Ziekenhuis “St. Lucas” gebouwd 1925 door W. Luppes – Winschoten
Ansichtkaart Uitgever Boekhandel Dijkhuis

1960 : St. Lucas Ziekenhuis winter in de achtertuin 1960.

1926: Opening st. Lucas Ziekenhuis (Winschoten)
Aan het eind van de 19e eeuw wilden de katholieken in Oost-Groningen een bejaardentehuis oprichten. Verschillende pastoors zamelden hiervoor vanaf 1899 geld in.

Rond 1918 ondernamen zij in Winschoten actieve pogingen om het bejaardentehuis in een pand aan de Langestraat (op de hoek van de Gaslaan) op te richten.
In 1921 zag het toenmalig kerkbestuur (pastoor Holtel en de heren Röben en Dröge)
af van het bouwen van een bejaardentehuis. Er kwamen plannen op tafel voor een ziekenhuis. De gemeente had pastoor Holtel namelijk benaderd met de vraag of de katholieken kans zagen een ziekenhuis te beginnen.

Lees meer : https://www.ommelanderziekenhuis.nl/over-ons/de-organisatie/geschiedenis-van-het-ziekenhuis

Link “pastoor hielp Winschoten aan St. Lucas Ziekenhuis” : https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/pastoor-hielp-winschoten-aan-st-lucas-ziekenhuis

Film “kijkje in voormalig Ommelander Ziekenhuis in Winschoten” : https://www.oldambtnu.nl/2020/04/15/kijkje-in-voormalig-ommelander-ziekenhuis-in-winschoten-video/

Film “afscheid St. Lucas ziekenhuis 2018” :

afscheid St. Lucas ziekenhuis 2018
ommelander ziekenhuis scheemda
ommelander ziekenhuis scheemda

Nieuwe locatie St. Lucas : Ommelander Ziekenhuis Groningen
aan de Pastorieweg 1 Scheemda

Link : https://www.ommelanderziekenhuis.nl/

bouw – open dag Ommelander Ziekenhuis Groningen 2017

Laatste keer kijken in Lucas Ziekenhuis Winschoten:
alle 280 plekken vergeven, wachtlijst vol

Sint Lucas Ziekenhuis
Het Winschoter ziekenhuis op archiefbeeld (© Beeldbank Groningen)

Nog een laatste keer rondkijken in het oude St. Lucas Ziekenhuis in Winschoten, aankomend weekend kan het. Op zaterdag 28 september 2024 organiseert de gemeente Oldambt een afscheidsmoment. Daarna start de sloop en maakt het gebouw plaats voor woningen. Mensen zijn er geboren, hebben er gewerkt of gelegen, of zijn er geliefden verloren. Ruim zes jaar na de sluiting, en bijna honderd jaar na de opening,
gaat het St. Lucas Ziekenhuis in Winschoten tegen de vlakte.

Sint Lucas Ziekenhuis
Archieffoto St. Lucas ziekenhuis (© Ansichtkaart H. Wal, Groninger Archieven)

Vervallen gebouw

Tussen 09.00 en 15.00 uur zijn mensen welkom in de centrale hal van het ziekenhuis. Hier is een informatiemarkt over de geschiedenis van het ziekenhuis, de aanstaande sloop en de nieuwe plannen voor de locatie.

Ook worden er rondleidingen gegeven door oud-medewerkers. Zij laten nog een keer de oude kinderafdeling, IC, operatiekamers en kelders zien.

Gezien de vervallen staat van het gebouw is er voor deze rondleidingen maar een beperkt aantal plaatsen waarvoor mensen zich online konden opgeven. Alle 280 plekken hiervoor waren binnen een mum van tijd verzegd en ook de wachtlijst is al helemaal vol.

Sint Lucas Ziekenhuis
Door verval en vandalisme is het gebouw in slechte staat (© Richard Penning)

Wel is het mogelijk om de rondleiding op een scherm in de hal van het ziekenhuis te volgen. Zo kunnen alle bezoekers alsnog een indruk krijgen van hoe het ziekenhuis
er van binnen uitziet.

Bijna honderd jaar

Het St. Lucas Ziekenhuis opende op 12 januari 1924 zijn deuren, er waren toen vijftig bedden. In 2008 fuseerden het Delfzicht Ziekenhuis en het st. Lucas Ziekenhuis. Vanaf die datum droegen beide ziekenhuizen de naam Ommelander Ziekenhuis Groep, afgekort: OZG. Bijna honderd jaar na opening, op 20 juni 2018, werd verhuisd naar de nieuwe locatie in Scheemda en sloot het ziekenhuis.

Sint Lucas Ziekenhuis
Door verval en vandalisme is het gebouw in slechte staat

121 woningen

Het gebouw aan de Gassingel in Winschoten staat inmiddels zes jaar leeg.
In oktober gaat de sloophamer erin. Het is de bedoeling dat het verloederde terrein verandert in een ‘levendige woonomgeving’ met ‘veel groene ruimtes’, aldus de gemeente Oldambt. In totaal moeten er 46 koopwoningen en 75 sociale huurappartementen komen.


De 5 Pijpen van De Hunzecentrale
De 5 Pijpen van De Hunzecentrale

Als we toen richting Groningen gingen zagen we de 5 pijpen al in de verte en zeiden
“nu zijn we er zo”.

Op 25 april 1998 veranderde de skyline van Groningen voor altijd.
De vijf pijpen van de Hunzecentrale werden opgeblazen.
De vallende pijpen leverden een magnifiek schouwspel op en trokken duizenden kijkers.

TV Noord zond het spektakel live uit,

de val van de 5 pijpen

Meer informatie over de Hunzecentrale kun je hier vinden:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hunzecentrale

Zanger en cabaretier Arno van der Heyden maakte over deze gebeurtenis
het lied ‘De Vief’,

arno van der Heyden – de vief

Fabriek De Toekomst – Scheemda 2020
Fabriek De Toekomst – Scheemda 2020

Fabriek De Toekomst – Scheemda (foto genomen op 01 augustus 2020)

Dit fabriekscomplex bestond oorspronkelijk uit twee afzonderlijke fabrieken.
De Toekomst 1, gebouwd in 1900, en De Toekomst II, uit 1908.
Beide gebouwen werden ontworpen door architect Pieter Geert Cremer voor
de Stichting Coöperatieve Strokartonfabriek.

Tot 1968 werd hier strokarton geproduceerd. Daarna is het complex lange tijd
gebruikt om machines op de knappen en te verhandelen, zonder dat de gebouwen zelf werden onderhouden. Na jarenlange leegstand is De Toekomst tussen 2009 en 2011 zoveel mogelijk teruggebracht in oude staat. In 2006 werd het complex door
Paul Verhoeven gebruikt om een deel van zijn film Zwartboek te filmen.

Meer info:
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Toekomst_(strokartonfabriek) of
https://www.oostgrunn.nl/nl/bedrijf/erfgoedpark-de-toekomst-scheemda


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *